top of page

Into the wild - een taal geven in de jungle van ons 21e eeuwse leven [2]

Foto van schrijver: Koos van 't Hul MEdKoos van 't Hul MEd

Bijgewerkt op: 21 nov 2023





Inleiding


Waarom onderwijs jij in je mvt-les wat je onderwijst? Wat is anno nu het belang van de les die je na de vakantie weer geeft? Tot welk inzicht en welke wijsheid leidt die les bij je leerlingen? Hoe stimuleert jouw taalonderwijs het denken van je leerlingen? Welk grote idee vormt het vliegwiel van het leerproces? Wat maakt het voor een leerling belangrijk om naar jouw les te komen; of überhaupt naar school? Ik realiseer me: dit zijn grote vragen waar je misschien niet meteen een antwoord op hebt. In drie blogs ga ik met je nadenken over deze vragen, spits ik ze toe op ons mvt-onderwijs en geef ik je handvatten hoe je een antwoord op biedt op de waaromvraag die jou inspireert en je leerlingen ook.


Dit is het 2e blog in de reeks. Lees hier mijn eerste blog.


Een studie naar...


Je kunt er soms niet omheen: het onderwijzen van een classic als het literatuur betreft. Op de school waar ik dit jaar werkzaam ben kozen we in 5 vwo voor ‘Frankenstein’ om aansluiting te vinden bij het thema ‘The Mysterious’ in onze lesmethode. Nu heb ik bij het onderwijzen van literatuur en specifiek het werken met een roman een gruwelijke hekel aan het werken met ‘verwerkingsvragen’. Alsof zo’n literair werk je iets aandoet, een traumatische ervaring veroorzaakt die verwerkt moet worden. Bovendien zijn er ondertussen bergen publicaties verschenen waaruit blijkt dat dit niet ‘the way forward’ is.

Krijg je ze nog wel aan het lezen in een classic?

We begonnen het boek eerst eens grondig te lezen, en vervolgens planden wij als docenten 5 vwo een ontwerpsessie en stelden we onszelf de vraag: wat maakt dit boek voor ons onderdeel van het literair canon, en waarom vinden wij dat wij leerlingen dit boek nu nog kunnen laten lezen?


Uiteraard kwamen we uit op de romantiek en de gotische roman als genre daarbinnen. Maar we gingen verder: de tekst geeft ook een inkijkje in hoe men in die tijd aankeek tegen de houdbaarheid van kennis, de wetenschap en de mens als wetenschapper, de natuur, het mens-zijn en hoe vaak wij daarin onszelf de soevereiniteit van God toedichten. We kregen zin om het boek met de leerlingen op te pakken – om er mooi onderwijs van te maken.


De energie die in ons loskwam wortelde in iets anders dan de roman an sich. Het grappige was ook dat we niet direct zochten naar mogelijkheden als ‘de film inzetten’ of ‘een creatieve opdracht bedenken’. Waar we vooral zin in kregen was het verkennen van de thematiek in het boek, door het boek naar deze tijd te trekken. Want hoe wij nu naar kennis kijken verschilt helemaal niet zo veel van hoe Shelley dit in haar roman verbeeldt. En hoe wij opkijken naar mensen die ogenschijnlijk iets bijzonders tot stand brengen ook niet. Er zijn gemakkelijk gebieden denkbaar waarop wij ons steeds meer in het grensgebied begeven tussen het menselijke en (traditioneel gezien) Goddelijke domein. En als reactie op de overweldigende wereld van vervuiling, technologie en geopolitieke spanningen lijken wij soms ook terug te willen kruipen in ons tiny house in de Friese polders met ons ideologische idee van zelfvoorzienendheid en een volkstuintje.


Het waren deze dwarsverbanden die wij als vertrekpunten namen voor het ontwerp van onze module. We zagen het boek daarin vooral als historisch document. Als tijdmachine naar een periode waarin een deel van ons huidige denken gevormd werd, en die we kunnen gebruiken als spiegel voor het heden.


Pak eens een boek van je leeslijst en stel jezelf de vraag: Wat kan dit boek voor een leerling ontsluiten? Waar is het een studie in?

Vat houden op het leerproces

Een van onze ontwerpeisen was dat wij de leerlingen een positieve leesbeleving wilden meegeven. Daarvoor vormden we leesgroepen van 3-4 leerlingen. Elke week besteedden we in ieder geval 1 lesuur de tijd aan een groepsgesprek. De inhoud voor die gesprekken bestond uit 1 secundaire bron (een filmpje over romantische elementen in fictie, een overzicht met verschillende voorbeelden van gotiek in fictie, een gotisch gedicht) en een afgebakende groepsopdracht. De voertaal is het Engels, en na afloop schrijft iedere leerling een kort journal van 150-200 woorden over de ontdekkingen die tijdens het groepsgesprek gedaan werden.


Het ontwerp van deze opdracht is zodanig dat alle leerlingen moeten lezen om mee te kunnen doen aan het groepsgesprek. Niet lezen betekent ook geen gebruik kunnen maken van de breincapaciteit van je groepsgenoten en direct een probleem bij het schrijven van je journal.


Voor ons als docenten heeft de journal een drieledig doel: het dwingt de leerling om de inhoud uit het groepsgesprek nog eens gestructureerd te doordenken én op te schrijven in het Engels, het geeft ons inzicht in wat er wordt opgepikt uit het boek en de secundaire bronnen, en het verschaft leerlingen een gevoel van progressie. Bovendien oefent het de leerlingen al enigszins met het op schrift zetten van de gedachten.


Passende toetsing


Omdat we tijdens de lesperiode veel nadachten over de context van de roman en reflecteerden op de generieke thema's en conflicten in het boek besloten we de periode af te sluiten met een en essay als toetsvorm.


Leerlingen krijgen een keuze uit 2-3 onderwerpen en schrijven hierover onder toetscondities een uiteenzetting of betoog. De focus bij de toetsing ligt bij een onderwerp uit het hier en nu, dat leerlingen illustreren aan de hand van voorbeelden uit de roman.


Inductie


Voor wie enige voeling heeft met het bovenstaande type onderwijs weet dat het zich deels bedient van een inductieve strategie. Dit was voor ons een bewuste keuze: als nevengeschikt onderwijsdoel wilden wij leerlingen namelijk laten oefenen met kritisch redeneren, in het Engels laten spreken en schrijven. Tijdens de lessen is het kritisch denken daarom steeds onderwerp van gesprek en stellen wij veelvuldig de vraag: hoe weet je dit, waaruit blijkt dat wat jullie zeggen, welk voorbeeld uit het verhaal heb je erbij? Het gaat er daarbij om dat leerlingen zelf een beeld krijgen van het literaire concept van de gotische roman én van de generieke thema’s, dat kunnen verwoorden en onderbouwen.


Dit conceptualiseren gaat enerzijds door modelling (voordoen) en anderzijds door dit denken te oefenen binnen afgebakende opdrachten, eventueel met gebruik making van graphic organizers. Het is een eclectisch samenspel van verschillende onderwijsstrategieën die we geprobeerd hebben op een slimme manier te combineren.


Tenslotte: into the wild...


Afgelopen week las ik een kort artikel van Johannes Visser, die schetst hoe de huidige digitale mogelijkheden een noodzaak scheppen om ons onderwijs grondig te doordenken. Ik ben het eens met dat idee, maar ben ook van mening dat dit vraagstuk al veel langer op tafel ligt en door de komst van AI hooguit meer urgent is geworden.


Ik ben ervan overtuigd dat we steeds meer weg moeten bewegen van het platte, instrumentele, kennisoverdrachtelijke en kwalificatiegerichte onderwijsparadigma en meer moeten nadenken over hoe wij ons onderwijs transformeren tot een breed vormende educatie waarbij informatie, vorming en kennis- en vaardigheidsontwikkeling in een uitdagend en prikkelend samenspel plaatsvinden. Dat is geen utopie maar deels al een geoperationaliseerde praxis in sommige scholen maar vraagt tegelijkertijd ook een hoge mate van ambachtelijkheid en vakmanschap van onderwijsprofessionals.


We kunnen daarin wachten op een visionaire minister van onderwijs die eindelijk ruimte maakt, met de kans dat we nog jarenlang doen wat we doen. Mijn oproep aan iedereen is echter: pak de handschoen op en maak van een lessenreeks eens een studie naar hoe je je taalonderwijs kunt transformeren naar dat prikkelende en vormende samenspel van denken en doen.


Bronnen:

McTighe, J., & Silver, H. F. (2020). Teaching for deeper learning: Tools to Engage Students in Meaning Making.




205 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Comments


bottom of page